Nienke noemt zichzelf een streber, perfectionist en iemand die hard aan zichzelf werkt. Ze is jong, hoogopgeleid, studeerde en leefde bijna vier jaar buiten Nederland en spreekt met een licht Brabants accent. Ik zie een mooie en gedreven jonge vrouw die weet wat ze wil. Ik ontmoet haar op een regenachtige herfstdag in hartje Rotterdam en we praten over prestatiedruk en het contrast met het leven in Italië.
Prestatiedruk
Als millenial ervaart ze het (werkende) leven onder druk. De druk om te presteren, om te laten zien wat je in huis hebt en om bij het beste bedrijf te werken als marketeer. ‘Ik ga altijd voor het hoogst haalbare, dus toen ik een Master wilde doen heb ik voor Marketing Management in Rotterdam gekozen. Deze staat in de top 10 van businessscholen van Europa. Hiervoor deed ik een tussenjaar in Amerika, een Bachelor in Milan, en een afsluitende traineeship for high potentials.
Haar studietijd buiten Nederland bagatelliseert ze: ‘Wie gaat er tegenwoordig niet naar het buitenland tijdens zijn studie? Om op te vallen bij de grote bedrijven is een paar jaar buitenland al niet meer voldoende. Startersfuncties bij grote bedrijven (Heineken, Unilever, Google, etc.) hebben extra curriculum als een vereiste. Dan moet je minstens een bestuursjaar bij een studentenvereniging hebben gedaan. Wat ik heb gedaan is misschien een beetje bijzonder, maar als je die eisen ziet denk je al snel, het valt bij mij allemaal wel mee.’
‘Toen ik hoorde dat studiegenoten uit Rotterdam banen hadden bij Adidas of Tommy Hilfiger zag ik het bijna als falen dat mijn eerste baantje bij een onbekend consultancy bureau was. Je hebt zoveel geld, tijd en hersencapaciteit erin gestoken om te studeren… dan moet je er wat mee doen ook. Vind ik dan. Die druk ervaar ik niet alleen, andere millenials hebben daar ook last van. Afgelopen voorjaar kreeg ik bijna mijn droombaan in Dublin.’
Mammoni in Italië
De langste periode buiten Nederland was in Italië. Hier is minder druk om te presteren, zo merkte Nienke. ‘De lonen ligger er minder hoog en kinderen worden er anders opgevoed. Veel mannen die al werken wonen nog thuis. Soms zelfs tot ze trouwen. Dit zijn de mammoni’s. Nienke zag dit gebeuren bij een Italiaanse jongen (begin 20) die afgelopen zomer bij het bedrijf van haar vaders bedrijf in Nederland kwam stagelopen. ‘Hij woonde nog thuis in Italië, kwam bij ons voor eens stage, maar regelde niks zelf. Hij verwachtte alles van mijn ouders en vroeg nooit of hij eens moest koken of bijdragen aan de boodschappen. Het was zelfs zo erg dat hij geen BSN had geregeld voor zichzelf en verwachtte dat mijn vader het wel eventjes voor hem zou regelen tijdens werktijd. Hierdoor begreep ik wel weer dat ik was opgevoed met het idee dat je gaat werken zodra het kan. Of je nou iets doet als oppassen, horeca of in mijn geval bij mijn vader in het bedrijf…. Die persoonlijke ontwikkeling waren we op jongere leeftijd al meer gewend.’
‘Toch was het leven in Italië daardoor ook mooi. Er was meer sociale samenhang.’ Nienke laat mij een foto zien van het uitgaansleven in Milaan. ‘Iedereen komt daar ’s avonds op straat bij elkaar en ik kwam veel mensen in contact. Er was meer een focus op gezellig eten en drinken. Je vraagt iemand makkelijk mee om te komen eten.’
‘En ik vond het zo chill dat ik elke zaterdag mee kon eten bij een Italiaans gezin. Hij was een zakenpartner van mijn vader. En hoe fijn is het dat je met z’n allen bij elkaar zit. Je helpt mee met koken, kijkt televisie en je bent gewoon bij elkaar.’
We vergeten de weg naar de toekomst
In Italië leeft men dus sociaal gezien dichter bij elkaar. Volgens Nienke ligt het aan de mentaliteit in Nederland dat tijd geld is. Ze geeft gelijk toe dat ze zelf ook zo werkt en dat ze het bijvoorbeeld lastig vindt als iemand te laat komt. Ook irriteerde ze zich in Italië aan de gebrekkige communicatie, bijvoorbeeld als de trein vertraging had. Terug in Nederland waardeert ze de duidelijk, heldere communicatie in bijvoorbeeld het openbaar vervoer.
Nienke verzucht dat het mooi zou zijn als de twee culturen zouden samensmelten. ‘Ik ben aan de ene kant bij dat hier een toekomst is, met mogelijkheden voor mijn eigen bedrijf om te groeien. Maar mijn generatie is de weg naar die toekomst toe uit het oog verloren lijkt het wel eens.’
Voor zichzelf lijkt ze de samensmelting gevonden te hebben, ze besluit: ‘Ik blijf hier voorlopig. Na zoveel jaar geeft het rust om te weten dat ik in Nederland blijf. Sinds ik afgelopen voorjaar afgewezen werd voor mijn droombaan, heb ik tijd genomen om aan mezelf te werken. Sinds augustus ben ik bezig om mezelf als marketeer in de markt te zetten voor sociale ondernemingen. Ik doe nu de dingen die ik zelf wil; ik heb niet meer het hoge inkomen, maar ik heb nog nooit zo goed in mijn vel gezeten.’
Nienke’s werk is te vinden op www.nienkeappels.com.