Daar stonden we. Aan het begin van wandeldag twee. En hij (11 jaar) wilde nu al niet meer. Boos riep hij: ‘Waarom moeten we altijd omhoog lopen! Dit is echt stom. Echt een stomme vakantie zo. Ik wil helemaal niet lopen. Waarom moet het zo steil zijn? Waarom kunnen we niet gewoon rechtdoor lopen?’ (maar dan iets minder nette woorden) En zo ging het al klagend en steunend omhoog. De rest van de groep had beduidend meer zin en liep al kletsend en lachend voor ons.

Af en toe liet ik hem in z’n sop gaarkoken. Dan liep ik door, probeerde te genieten van de prachtige natuur, de stilte, de bloemen, de vlinders en de vogels. Maar na een paar bochten stopte ik toch weer om op hem te wachten.

Daar kwam ie aan, zuchtend, steunend, klagend. Warm en moe en zó klaar met die vakantie waarin hij móest lopen (dat hij er zelf mee had ingestemd en zelfs die ochtend nog zin had was alweer vergeten).

Fixed mindset

Ik probeerde de discussie aan te gaan, te laten zien dat hij het zelf vooral was die zichzelf in de weg zat, dat hij een fixed mindset had en moest focussen op growth. Dat het pestkopgedachtes waren (uit Superkrachten voor je hoofd). Dat ik zei dat je je ook voor kon stellen dat het gemakkelijk was, wekte woede op. ‘Dat slaat toch nergens op, het ís toch niet opeens makkelijk als je dat denkt. Het is gewoon niet leuk.’

Niks werkte. Hij werd er alleen maar bozer van en ik moedelozer.

Familie Stamper

Tijdens één van de vele stops kwam er een opgewekt Sloveens gezin voorbij. Perfect, vader, moeder en twee kindertjes. Die allemaal zonder morren voorbij huppelden alsof het niks was. Het was dezelfde moeder die in de ochtend bij de berghut haar yogaoefeningen deed terwijl de kinderen in stilte hun ontbijt opaten. Als familie stamper ernaast met vijf kinderen en evenzoveel chaos en lawaai voelden we een licht contrast.

Terwijl ze voorbij huppelden verzekerde ze ons dat het ergste stuk geweest was, het stijgen was bijna voorbij. Dus wij pakten onze rugzak op om verder te gaan.

Omdenken

En opeens herinnerde ik me een podcast-aflevering (aflevering 59 – altijd discussies) van Omdenken waarin Berthold Gunster zegt dat je een andere waarheid tegenover de negatieve waarheid kon zetten (oké dat is te kort door de bocht, maar daarvoor moet je maar even de aflevering luisteren). Dus ik zei: ‘Ja, het is zwaar en kl*te en je baalt ervan dat je hier nu loopt. Maar een andere waarheid is dat hoe sneller je loopt, hoe sneller je bij de volgende berghut bent.’

Hielp die gedachte of werd de weg idd een stuk minder steil? Ik weet het niet. Ik weet wel dat het klagen minder werd, het plezier iets meer én ik hoorde hem aan het einde van de dag zeggen (toen broerlief een meltdown had in dezelfde categorie): ‘Je moet denken: Als je sneller loopt, is het sneller voorbij.’