Ik wist het al toen ik zes was. Later wil ik ‘goed’ werk doen. Dat was dan, ‘iets in het buitenland’. Ik ging ze wel even helpen.

Laten we het zo zeggen… het Westen-is-superieur-gedachtengoed zat er al vroeg ingebakken.

Maar het principe erachter, de wereld een stukje beter maken met wat ik kan, bleef staan. Ik ging studeren in Wageningen University & Research en studeerde internationale ontwikkelingsstudies om, jaja, naar het buitenland te kunnen. Gelukkig werd ik algauw een illusie armer, spendeerde ik zeven mooie jaren buiten Nederland, waar ik meer leerde van de wereld om mij heen dan de wereld van mij. O.a. dat mijn kritische blik wel eens van pas kwam.

Fast forward naar nu, waar ik inmiddels alweer 6 jaar in Nederland woon grotendeels gewend ben aan de chaos van het leven.

Ik ontdekte dat ik heel erg vanuit principes werk, o.a. het principe dat ik al sinds m’n zesde meedraag: dat je met je werk de wereld een klein stukje mooier kunt maken. Dus toen ik voor mezelf begon was het voor mij echt een no-brainer…

*Ik wil alleen werken voor mensen, organisaties en bedrijven die zich inzetten voor een betere wereld.*

Juist deze mensen hebben goed (communicatie)advies, een kritische blik én goede teksten nodig. Ik kan misschien de wereld niet redden, maar dat zijn dingen die ik wel kan.

En zoals Jos de Keijzer zich terecht afvraagt in zijn meest recente stuk: “Gaan wij onze talenten alleen maar gebruiken om de kas van de elite te spekken?” Of anders geformuleerd door Laurens Kraaijenbrink: “Je werk is je meest waardevolle currency om mee te stemmen. Waar breng jij je stem op uit?”