Naast me op de bank snort de kat tevreden, diep in slaap. Buiten waait de wind de blaadjes van de bomen. De zon schijnt, maar heeft z’n kracht voor even verloren. Vrediger kan haast niet. Tot ik het nieuws lees. Tot ik om me heen kijkt en lees over mishandelingen, ruzies, en hoe jonge meisjes al geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag. En dan heb ik het nog niet eens over de onzekerheid of frustraties die in mijn eigen hart leven. Over wat ik deed en wie ik ben.
Dus hoewel de zon buiten schijnt, waait er binnenin mij een een storm, onrustig voel ik me. Als een herfstwind waaien de gedachten chaotisch rond. De stroom aan informatie, nieuws, zinloze berichten en alles wat ik daarvan moet vinden, maakt me een beetje gek. Ik vraag me af hoe ik wat meer rust vind. In mezelf, in deze wereld.
Dan moet ik denken aan de spreuk die mijn grootvader in zijn boekhandel had staan, het begon zo: “Er komt geen einde aan het aantal boeken dat geschreven wordt, en veel lezen mat het lichaam af.”
Een mooie zelfrelativering van het werk dat hij deed, boeken verkopen, maar dat geheel terzijde.
Vergeleken met de tijd waarin deze tekst geschreven werd is er nu een veelvoud aan kennis, teksten, informatie die op ons afkomt. We worden ermee overspoelt, als een herfststorm in onze gedachten, want wat er toen niet was, maar nu wel, is de overweldigende manier waarop deze informatie op ons afkomt. Via kranten, boeken, televisie, telefoon, laptops, en zelfs via mijn horloge krijg ik nog informatie binnen.
Dan lees ik over onderzoeken waaruit blijkt dat onze telefoons vooral ellende brengen, dat steeds meer jongeren mentale problemen hebben. En ik vraag het me af…. Maken we elkaar niet gek, komt hier mijn onrust vandaan? Eigenlijk werd het al duizenden jaren geleden voorspeld (je leest de quote in het boek Prediker, onderdeel van de bijbel). Maar de zin die mijn grootvader in zijn winkel had staan eindigt zo: ,,…Het komt er hier op neer: Heb ontzag voor God en leef zijn geboden na.”
Nu houden we er al helemaal niet meer van dat we iets zouden moeten, maar het deed me denken aan het voorschrift om een dag rust te nemen in de week. Dus ik liet de bank aan de kat en fietste tegen de wind in naar een kerk op zondagochtend, door een stil en verlaten Amersfoort. In de kerk brachten het ritme, de stilte, de woorden, het gezang en de ruimte voor gebeden mijn onrustige hart een beetje tot rust.
In een wereld die woelt, die waait, die onrust veroorzaakt staat daar een eeuwenoude traditie, die me optilt boven het gewoel van de wereld uit. Iets dat als een rots blijft staan, hoe hard het ook stormt.
Deze column is gepubliceerd in de Stad Amersfoort van 4 oktober 2023.